Nieuws

Nieuwe minimumdoelen vanaf 2025: kansen benutten, randvoorwaarden versterken

Vanaf 1 september 2025 gelden in het (buiten-)gewoon basisonderwijs nieuwe minimumdoelen voor het einde van het kleuteronderwijs, het vierde leerjaar en het einde van het lager onderwijs. Deze minimumdoelen moeten bijdragen aan een kwaliteitsvol leerklimaat. NOOZO erkent dat minimumdoelen kunnen helpen om de verwachtingen voor leerlingen hoog genoeg te houden. Tegelijk vrezen we dat ze beperkend kunnen worden wanneer belangrijke randvoorwaarden niet sterk genoeg zijn, zoals brede en verhoogde zorg, differentiatie, redelijke aanpassingen, aangepaste evaluatie en materiaal, expertise en leersteun.

Minimumdoelen die voor alle leerlingen werken

NOOZO vraagt dat de nieuwe minimumdoelen zo worden bijgestuurd en ingevoerd dat ze het leren van alle leerlingen versterken. Ze moeten elk kind ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling en aansluiten bij individuele behoeften en mogelijkheden. Ook voor leerlingen met een individueel aangepast curriculum moeten minimumdoelen herkenbaar en na te streven blijven.

Minimumdoelen kunnen helpen om verder te bouwen aan de evolutie naar ‘scholen voor iedereen’. Er ligt een kans om de invoering van minimumdoelen en de start van inspiratiescholen te linken aan de start van pioniersscholen voor inclusief onderwijs.

Gelijke onderwijskansen in een inclusief onderwijssysteem

Minimumdoelen kunnen alleen goed werken wanneer ze deel uitmaken van een inclusief onderwijssysteem. Daarom is het belangrijk om goed op te volgen of de nieuwe doelen geen negatieve gevolgen hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften of voor gelijke onderwijskansen in het algemeen.

  • Veranker de minimumdoelen in inclusief onderwijsbeleid en koppel ze expliciet aan de uitbouw van scholen voor iedereen.
  • Volg en beoordeel de effecten op gelijke onderwijskansen, leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en het aantal behaalde getuigschriften.
  • Voer na elke fase een impactanalyse uit en stuur bij wanneer er ongewenste effecten ontstaan.
  • Voorzie een verplichte opleiding in inclusief onderwijs voor alle personeelsleden, zoals aanbevolen door het VN-Comité (2024).

Minimumdoelen moeten haalbaar én inclusief zijn

Onderwijsverstrekkers maken zich zorgen over de haalbaarheid van de minimumdoelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. NOOZO deelt deze bezorgdheid. Sommige doelen zijn bedoeld op groepsniveau of populatieniveau. Dat betekent dat de meerderheid van de leerlingen de minimumdoelen zou moeten bereiken. Andere minimumdoelen zijn te bereiken op individueel niveau, maar dat lijkt ons niet in elke situatie haalbaar voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

  • Zorg dat minimumdoelen haalbaar blijven voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zowel in IAC-trajecten als in flexibele leertrajecten.
  • Streef alle minimumdoelen na op populatieniveau en niet op individueel niveau.

Onderwijstijd: voldoende ruimte voor differentiatie

De minimumdoelen mogen 70 procent van de lestijd innemen. In de overige 30 procent kunnen scholen eigen accenten leggen. NOOZO vraagt aandacht voor de haalbaarheid van de doelen binnen die 70 procent, zeker in het licht van inclusie.

  • Waarborg voldoende ruimte voor differentiatie en inclusieve didactiek binnen de 70/30-regel.
  • Zorg dat de minimumdoelen worden ingebed in een sterk pedagogisch-didactisch kader, met verhoogde zorg en redelijke aanpassingen als basis.
  • Versterk de klaspraktijk via evidence-informed werken.

Een aangepast en gedifferentieerd evaluatiebeleid

De huidige evaluatiecultuur legt te veel nadruk op toetsen wat geleerd is, en te weinig op toetsen om beter te leren. Die focus staat de evolutie naar inclusief onderwijs in de weg.

  • Versterk bij de invoering van minimumdoelen een geïntegreerd, formatief en talentgericht evaluatiebeleid.
  • Evalueer alle minimumdoelen op groepsniveau om klassenraden te ondersteunen bij het toekennen van het getuigschrift basisonderwijs.
  • Zet pedagogische begeleidingsdiensten in om evaluatie te verbinden met zorgbeleid, ouder- en leerlingenbetrokkenheid, professionalisering, taalbeleid en kwaliteitszorg.

Versterking van brede basiszorg, verhoogde zorg en leersteun

Onderzoek toont dat er bij leerkrachten onduidelijkheid bestaat over brede basiszorg, verhoogde zorg en uitbreiding van zorg. Ook de rol- en taakverdeling is niet altijd duidelijk.

  • Maak onderwijsactoren meer handelingsbekwamer via gerichte professionalisering in differentiatie en evaluatie.
  • Bouw een duidelijker kader uit met een specifieke rol- en taakverdeling bij verhoogde zorg.
  • Zet leersteuncentra sterker in als coach van leraren.
  • Voorzie extra middelen voor professionalisering en leersteun, zodat minimumdoelen duurzaam en op maat kunnen worden ingevoerd.

Aandacht voor de taalafdeling Nederlands–Vlaamse Gebarentaal

In de taalafdeling Nederlands–Vlaamse Gebarentaal worden vandaag nog ontwikkelingsdoelen uit het buitengewoon onderwijs gebruikt. Bij de invoering van de nieuwe minimumdoelen is speciale aandacht nodig voor deze afdeling.

  • Onderzoek hoe de nieuwe minimumdoelen binnen de taalafdeling Nederlands-VGT worden toegepast.
  • Evalueer de impact op het behalen van het getuigschrift lager onderwijs.
  • Ontwikkel specifieke minimumdoelen voor Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur, in samenwerking met leerkrachten, de Dovengemeenschap en expertiseorganisaties.

We bezorgden het advies aan:

  • Vlaams minister van Onderwijs, Justitie en Werk
  • Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen
  • De commissie Onderwijs en Vorming in het Vlaamse parlement
  • De administratie Onderwijs en Vorming
  • De administratie Gelijke Kansen

Ter info aan:

  • Vlaams Mensenrechteninstituut
  • Vlaamse onderwijsraad