Nieuws
Advies uitvoeringsbesluit
Gelijkekansendecreet
NOOZO gaf al eerder advies over het Gelijkekansendecreet. Nu geven we ook advies over het uitvoeringsbesluit. NOOZO wijst de Vlaamse regering erop dat het ‘niets over ons zonder ons’ principe hierin ontbreekt.
Wat regelt het besluit?
De Vlaamse regering brengt een uitvoeringsbesluit uit bij het Vlaamse Gelijkekansen- en gelijkebehandelingsdecreet. Het besluit verfijnt wat eerder werd bepaald:
- De uitwerking en coördinatie van het horizontaal beleid. Dit is het beleid om de verschillende domeinen te laten samenwerken om gelijke kansen in Vlaanderen te verbeteren.
- De aanduiding van aanspreekpunten in de Vlaamse departementen en agentschappen. Zij geven mee uitvoering aan een gelijkekansenbeleid vanuit de verschillende beleidsdomeinen.
- De werking van de partnerorganisaties gelijke kansen, digitale inclusie en lokaal gelijkekansenbeleid.
- Mogelijkheid tot uitwisseling tussen inspectiediensten (zoals de zorginspectie of onderwijsinspectie) en het Vlaamse Mensenrechteninstituut.
- Stimulerende maatregelen (of positieve actie) voor lokale besturen. Dit zijn maatregelen om te zorgen dat een persoon uit een beschermde groep (handicap, …) minder nadelen ervaart.
Niets over ons zonder ons
Het VN-Verdrag Handicap benadrukt het belang van beleidsparticipatie. Op dit moment is de beleidsparticipatie van personen met een handicap in de uitwerking van het horizontaal beleid niet gegarandeerd. We vragen daarom om dit te verzekeren. Betrek kansengroepen zoals personen met een handicap bij de volgende zaken van het horizontaal beleid:
- De analyse voorafgaand aan de selectie van de beleidsprioriteiten,
- Selectie van prioritaire doelstellingen,
- Vastleggen van het actieplan,
- Opvolgen van de resultaten van het gelijkekansenbeleid.
Partnerorganisaties werken mee aan Gelijke Kansen
Verenigingen kunnen zichzelf kandidaat stellen om erkend te worden als partnerorganisatie. Deze organisaties werken mee aan Gelijke Kansen. Ze moeten werken aan één van de volgende beleidsdoelstelling:
- Streven naar gendergelijkheid,
- Streven naar inclusie van LGBTI+-personen,
- Streven naar inclusie van personen met een handicap.
Een organisatie moet daarbij één van deze rollen opnemen:
- Expertisecentrum,
- Belangenbehartiger, door bijvoorbeeld op te komen voor de belangen van personen met een handicap,
- Dienstverlener / ondersteuner, door bijvoorbeeld informatie te verspreiden over inclusie,
- Ondersteuning en begeleiding te geven voor realisatie van gendergelijkheid of inclusie.
Belangenbehartiging voor inclusie moet vertrekken vanuit personen met een handicap zelf
Wij adviseerden eerder om meer aandacht te besteden aan de rol van personen met een handicap (en hun natuurlijke netwerk) binnen de organisaties. In het huidige ontwerp van het uitvoeringsbesluit vinden we die focus op ervaringsdeskundigheid niet terug. Nochtans vertrekt het VN-Verdrag Handicap vanuit het ‘niets over ons zonder ons principe’. Opkomen voor de rechten van personen met een handicap vertrekt vanuit personen met een handicap zelf.
We herhalen daarom onze vraag om specifieke voorwaarden te ontwikkelen wanneer organisaties een erkenning aanvragen als partnerorganisatie en daarbij de rol van belangenbehartiger opnemen binnen de doelstelling streven naar inclusie voor personen met een handicap. Zij moeten beantwoorden aan de definitie “organisatie van personen met een handicap” uit het VN-Verdrag handicap.
Continuïteit en vernieuwing
Een voorwaarde voor erkenning als partnerorganisatie is dat de organisatie al 3 jaar actief is. Partnerorganisaties die zich kunnen baseren op ervaring staan sterk om mee uitvoering te geven aan het gelijkekansenbeleid en zorgen voor continuïteit. Tegelijkertijd leeft er bezorgdheid dat de voorwaarde om 3 jaar actief te zijn te vaag gedefinieerd is. Een suggestie is om op te nemen dat een organisatie al 3 jaar een van de 4 rollen opneemt.
Daarnaast vragen we om verder voldoende ondersteuning aan projecten die de sprong wagen naar een structurele werking te beiden. Waardeer daarbij de diversiteit en handicapdiversiteit in het middenveld.
Stimulerende maatregelen voor lokale besturen
De overheid moedigt via dit uitvoeringsbesluit lokale besturen aan om stimulerende maatregelen (of positieve actie) te nemen. Dit zijn maatregelen om te zorgen dat een persoon uit een beschermde groep (handicap, …) minder nadelen ervaart. Dit vindt NOOZO positief.
Lokale besturen kunnen een actieplan opstellen, maar moeten daarbij een aantal voorwaarden respecteren. Eén van deze voorwaarden is de duur van de maatregel. De maatregel mag 3 jaar duren. Als na evaluatie blijkt dat de doelstelling nog niet is gerealiseerd, mag de maatregel langer duren. Uit ervaring weten we dat 3 jaar te kort is om grote vooruitgang te boeken met dit soort stimulerende maatregelen. Het vraagt meer tijd vooraleer je de vruchten kan plukken van zo’n actieplan. Wij vragen daarom om deze periodes te verlengen.
Lees het volledig advies:
We bezorgden het advies aan:
- Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen
- Administratie Gelijke Kansen